De publieke ruimte is van iedereen. Ze moet uitnodigen en plaats bieden voor ontmoeten, spelen, groen... maar uiteraard ook verkeer. Al die behoeften met elkaar verzoenen, is een grote uitdaging. Maar om de nog veel grotere uitdagingen op vlak van klimaat en luchtkwaliteit aan te kunnen, moet de auto meer en meer plaats ruimen. Voor bomen en terrassen, voor spelprikkels en zitbanken, voor fietsenstallingen en groen.
- We gaan voor meer kwaliteit van de publieke ruimte. Dat wil zeggen: veel investeren, maar ook: de juiste keuzes maken. Minstens 50% van de ruimte in nieuw aangelegde straten moet gaan naar voetgangers, fietsers en openbaar vervoer, vertoeven en spelen, groen en water.
- Onze straten en pleinen moeten een positieve bijdrage leveren aan het klimaat. Minder ruimte voor de auto en meer ruimte voor groen en water, moet onze stedelijke CO2-uitstoot reduceren en de stad afkoelen. Maar tegelijkertijd wapenen we ons met ons openbaar domein tegen de gevolgen van de klimaatsverandering en zorgen we ervoor dat ze meer regenwater kunnen opvangen en afvoeren.
- Elke Gentenaar heeft recht op bomen en groen voor de deur en een wijkpark om de hoek. Daarom gaan we voor minstens 1.000 extra straatbomen, voor een wijkpark van minstens 1 ha op wandelafstand, voor minstens 4.000 nieuwe geveltuinen en voor groenslingers over de straten. Ook water moet meer en meer worden geïntegreerd in onze straten en pleinen. Om te beleven en te spelen, maar ook om de stad af te koelen en hemelwater op te vangen.
- Uiteraard worden onze straten en pleinen in de eerste plaats ingericht op maat van voetgangers en fietsers, maar ook op maat van 8- tot 88-jarigen. Onze publieke ruimte moet aangenaam zijn om te vertoeven en veilig om te spelen, comfortabel om te wandelen en veilig om te fietsen - ook voor de allerkleinsten. Dat vereist pittige keuzes waar de auto aan plaats moet inboeten.