Maar wie kan nu tegen de invoering van een grote zone 30 zijn? Met trager verkeer kom je vlugger aan een aangenamere, veiligere, schonere en kindvriendelijkere stad. Bovendien leidt trager rijden tot minder ongevallen.
Als je maar 30 rijdt, is de kans op brokken maken minder groot. Voetgangers kunnen veiliger oversteken, auto's kunnen sneller stoppen, bij ongelukken verkleint de kans op schade en lichamelijke verwondingen. Fietsers én autobestuurders zullen meer op hun gemak zijn. Minder auto's in de stad zal de uitstoot verminderen en de bedenkelijke luchtkwaliteit verbeteren.
Vanaf juni zullen boetes worden uitgeschreven. Maar de achilleshiel van de zone 30 blijft de controle. Met een mobiele flitser kan de politie hoogstens wat prikacties houden. De ervaring leert dat de invoering van nieuwe snelheidsregels slechts langzaam in de geesten binnen sijpelt. Een recent onderzoek van het Belgisch instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) wijst uit dat 90 procent van de Belgen de zone 30 negeert, vooral in schoolomgevingen.
Nergens in West-Europa sterven meer jonge mensen in het verkeer dan in ons land. Veel zal afhangen van de goede wil van de autobestuurders. Maar er is hoop. Op de kleine ring houden veel chauffeurs zich al aan de maximumsnelheid van 50 km/uur, waar de meesten vroeger met 70, 80 en 90 per uur voorbij zoefden. Bijna niemand betwijfelt nog dat een autoluwe voetgangerszone een weldaad is voor de stad. De zone 30 is er vooral om het leven aangenamer en, jawel, veiliger te maken.