De invoering van het nieuwe nachtnet verliep door financiële perikelen niet zonder slag of stoot, maar sinds 17 oktober 2014 kunnen reizigers in Gent alle dagen van de week gebruik maken van bussen in acht richtingen om 23.30 uur, 0.15 uur en 1.00 uur. Dat blijkt een succes, want De Lijn vervoerde meer dan 121.000 bezoekers op één jaar tijd.
De lijnen N1 (Wondelgem Industrieweg) en N4 (Gentbrugge Moscou) zijn het populairst en vervoerden bijna 45 pct van alle reizigers. "De acht nachtlijnen doen het in het weekend dubbel zo goed als op weekdagen", zegt Dirk Busschaert, directeur De Lijn Oost-Vlaanderen. Vrijdag en zaterdag zijn de populairste avonden. Op een zaterdag maken gemiddeld 450 reizigers gebruik van het nachtnet, tijdens evenementen verdubbelt dat aantal.
Uit een bevraging bij 900 klanten blijkt dat twee op de drie reizigers het nachtnet gebruiken voor horecabezoek, acht pct voor een avondje cultuur en vijftien pct voor woon-werkverkeer. De reizigers geven De Lijn een score van 7,28 op tien, maar dat moet nog beter, zegt directeur Busschaert. Er komen onder meer promotiecampagnes om het nachtnet nog beter bekend te maken.
Voortaan kan wie een ticket voor een optreden in de Handelsbeurs koopt, gratis gebruik maken van het nachtnet, wat eerder al voor bezoekers van NTGent kon. Om dat te bekostigen, rekenen Handelsbeurs en NTGent per ticket een solidariteitsbijdrage van vijftig cent aan. "Dit past in ons mobiliteitsplan, terwijl je al een fiets kan laten herstellen tijdens een concert of carpoolen via eventpool, is de samenwerking met De Lijn een mooie derde actie", zegt Claire Van Trimpont (Handelsbeurs).
Voor de Gentse mobiliteitsschepen Filip Watteeuw (Groen) tonen NTGent en De Lijn hoe het moet. "Kan kunst de wereld redden? In ieder geval tonen ze wel het voorbeeld", reageerde hij. De Gentse cultuurschepen Annelies Storms (sp.a) vindt de samenwerking een voorbeeld van hoe duurzaamheid en cultuur samengaan. "Vaak zijn het de cultuurhuizen die perfect aanvoelen wat er leeft in de samenleving", aldus Storms.
Steven Vandenbussche